Medicijn

Indicatie

Mepolizumab is geregistreerd als aanvullende behandeling van ernstig refractair eosinofiel astma bij volwassenen, adolescenten en kinderen vanaf 6 jaar (SmPC, 2021).

Wat is ernstig eosinofiel astma?

N

Naar schatting heeft 3 tot 4% van de astmapatiënten ernstig astma (NVALT, 2020). De NVALT-richtlijn benadrukt dat de term ‘ernstig astma’ voorbehouden moet blijven aan patiënten:

  • bij wie de diagnose astma objectief vastgesteld is
  • bij wie comorbiditeit zo goed mogelijk behandeld is
  • bij wie schadelijke omgevingsfactoren zo veel mogelijk verwijderd zijn
  • die desondanks nog steeds last hebben van veel astmasymptomen en/of ≥ 2 astma-aanvallen
  • die > 6 maanden behandeld zijn met hoge doses ICS en LABA en een goede therapietrouw en inhalatietechniek hebben

Ernstig eosinofiel astma is een subtype van ernstig astma. Bij dit subtype is sprake van een verhoogd aantal eosinofielen in het bloed.

Effectiviteit

Het doel van de behandeling van ernstig eosinofiel astma is het optimaliseren van de astmacontrole, behouden en optimaliseren van de longfunctie en voorkomen van exacerbaties (NVALT, 2021).

Wat is het effect op FEV1?

De FEV1 neemt met gemiddeld 110 ml toe door behandeling met mepolizumab in vergelijking met placebo (Farne, 2017).

Wat is het effect op exacerbaties?

Mepolizumab vermindert het aantal exacerbaties met 55% (Farne, 2017). Het gemiddelde aantal exacerbaties is 0,8 per jaar met mepolizumab in vergelijking met 1,7 per jaar met placebo (Assessment report, 2016).

Wat is het effect op corticosteroïdgebruik?

Mepolizumab geeft na 20 tot 24 weken behandeling een significante verlaging van het gebruik van orale corticosteroïden in vergelijking met placebo. Bij 54% van de patiënten met mepolizumab neemt het corticosteroïdgebruik met meer dan de helft af. Bij placebo is dit bij 33% van de patiënten het geval (Bel, 2014).

Veiligheid

Wat is de langetermijnveiligheid?

Mepolizumab is sinds 2015 in Nederland op de markt. In een studie naar de veiligheid lijkt mepolizumab een acceptabel veiligheidsprofiel te hebben (Lugogo, 2016). Een open-label studie met mepolizumab toont na 4,5 jaar geen nieuwe zorgen over de veiligheid. Patiënten die eerder ernstige bijwerkingen ondervonden waren echter uitgesloten van deelname (Khatri, 2018).

Mepolizumab is onderworpen aan aanvullende monitoring. Het CBG verzoekt patiënten en zorgverleners extra alert te zijn op bijwerkingen en deze te melden (SmPC, 2021). De fabrikant monitort in het Risico Management Plan onder andere ernstige overgevoeligheidsreacties, ernstige (parasitaire) infecties en maligniteiten (Assessment report, 2016).

Wat zijn belangrijke bijwerkingen?

Een bijwerking die bij meer dan 10% van de patiënten met mepolizumab voorkomt is hoofdpijn. Bij 1 tot 10% van de patiënten komen faryngitis, koorts, eczeem, allergische reacties, urineweginfectie en onderste luchtweginfectie voor. Daarnaast kunnen overgevoeligheidsreacties of toedieningsgerelateerde reacties acuut (binnen enkele uren) of vertraagd (binnen enkele dagen) optreden, ook na langdurige behandeling (SmPC, 2021).

Wat zijn belangrijke contra-indicaties en interacties?

De voorschrijver moet eventuele worminfecties voorafgaand aan de behandeling met mepolizumab behandelen. Er zijn geen interacties met andere geneesmiddelen bekend (SmPC, 2021).

Richtlijnen

Welke plaats heeft mepolizumab in de NVALT-richtlijn?

De NVALT-richtlijn Diagnostiek en behandeling van ernstig astma (2020) adviseert artsen om biologische geneesmiddelen in overleg met een kennis- of behandelcentrum voor patiënten met ernstig astma voor te schrijven. De arts kan behandeling met IL5-remmers (benralizumab, mepolizumab, reslizumab) overwegen bij patiënten met ernstig eosinofiel astma met meer dan 2 astma-aanvallen per jaar of als alternatief voor orale corticosteroïden. Behandeling met dupilumab (remmer van IL3 en 4) valt te overwegen bij patiënten met ernstig astma en een type 2 inflammatie. Het advies is het effect van biologische geneesmiddelen na 4 tot 6 maanden te evalueren en zo nodig te switchen naar een ander middel uit de groep bij onvoldoende effect (NVALT, 2020).
 

Welke plaats heeft mepolizumab in de GINA-richtlijn?

IL5-remmers hebben een plaats als aanvullende behandeling bij ernstig eosinofiel astma volgens de GINA-richtlijn Diagnosis and management of difficult-to-treat and severe asthma (2019). IL5-remmers komen in aanmerking bij patiënten met exacerbaties, ondanks optimale behandeling met medium of hoge doses LABA/ICS met of zonder orale corticosteroïden. Ook moet het aantal eosinofielen in het bloed verhoogd zijn. De GINA-richtlijn spreekt geen voorkeur uit voor een bepaalde IL5-remmer (GINA, 2019).

Wilt u meer weten? Lees dan de uitgebreide informatie over de GINA-richtlijn ernstig astma.

Kosten en vergoeding

Wat zijn de kosten?

Onderhoudsbehandeling met mepolizumab kost € 13.600 (injectiepen) of € 14.300 (injectiepoeder) per jaar.  Wilt u meer weten? Lees dan de uitgebreide informatie over kosten.

Wat zijn de vergoedingsvoorwaarden?

Mepolizumab wordt alleen via ziekenhuizen verstrekt en door de verzekeraar vergoed als add-on-geneesmiddel. Add-on geneesmiddelen zijn geneesmiddelen die het ziekenhuis apart in rekening kan brengen. Het gaat vaak om dure geneesmiddelen. De NZa besluit of een geneesmiddel als add-on in rekening kan worden gebracht en tegen welk tarief (Medicijnkosten, 2021).

Aandachtspunten bij gebruik

Voorschrijven van mepolizumab moet gebeuren door artsen die ervaring hebben met diagnose en behandeling van eosinofiel astma. Behandeling met mepolizumab vindt plaats door een subcutane injectie elke 4 weken. De dosering is niet afhankelijk van het lichaamsgewicht. Mepolizumab is beschikbaar als injectiepoeder of voorgevulde pen. Met de voorgevulde pen kan de patiënt na instructie en goedkeuring door de arts of verpleegkundige zelf injecteren (SmPC, 2021).

Incidenten met nieuwe geneesmiddelen? Meld deze bij Voorkomen Medicatie-Incidenten.

Werkingsmechanisme

Mepolizumab blokkeert de biologische functie van IL5, waardoor de overleving en de activiteit van eosinofielen afneemt. IL5 zorgt voor aantrekking, rijping, differentiatie en activering van eosinofielen. Eosinofielen spelen een belangrijke rol in de ontstekingscascade van patiënten met eosinofiel astma (SmPC, 2021).

Toekomstige ontwikkelingen

  • Mepolizumab is in onderzoek voor patiënten met COPD (Zorginstituut Nederland, 2019). De MATINEE-studie onderzoekt mepolizumab bij COPD-patiënten met frequente exacerbaties en een verhoogd aantal eosinofielen (Clinicaltrials.gov, 2020). 
  • Er is onderzoek of patiënten met ernstig eosinofiel astma kunnen stoppen of moeten doorgaan na langdurig gebruik van mepolizumab (Clinicaltrials.gov, 2020). 

Contact

Laatst gewijzigd op 10 augustus 2021

Deze site maakt gebruik van cookies

Wij gebruiken cookies om informatie over het gebruik van onze website te verzamelen om de inhoud te verbeteren. Door hieronder op “accepteren“ te klikken stem je in met het plaatsen en gebruik van al onze cookies. Voor meer informatie verwijzen wij je naar ons cookiebeleid.