Nieuw onderzoek
Interactie DOAC's en enzyminductoren
De medicatiebewaking bij de direct-werkende orale anticoagulantia (DOAC's) apixaban (Eliquis®), dabigatran (Pradaxa®) en rivaroxaban (Xarelto®) is uitgebreid. Vanaf 1 maart bewaakt de G-Standaard ook op de combinatie van een DOAC met inductoren van P-glycoproteïine (P-gp) en cytochroom P450 3A4 (CYP3A4). Voorheen bewaakte de G-Standaard alleen op de interactie met rifampicine.
Van rifampicine is bekend dat het de spiegels van apixaban, dabigatran en rivaroxaban met 20 tot 70% kan verlagen. Dit kan leiden tot een verminderde werkzaamheid en daarmee tot infarcten en trombose. Voor andere inductoren van P-gp en CYP3A4 is niet bekend hoe sterk het effect is op de spiegels en werkzaamheid van de DOAC's. Vanwege de grote gevolgen van therapiefalen heeft de Werkgroep Farmacotherapie en Geneesmiddelinformatie (WFG) toch besloten voortaan ook andere inductoren mee te nemen in de medicatiebewaking. Het betreft carbamazepine, fenytoïne en Hypericum (St. Janskruid) en een aantal minder frequent gebruikte geneesmiddelen.
De G-Standaard ontraadt nu gelijktijdig gebruik van deze inductoren met een DOAC. Het advies luidt om een alternatief voor apixaban, dabigatran of rivaroxaban voor te schrijven, zoals een vitamine-K-antagonist of een laag moleculair gewicht heparine. In de SmPC's van de diverse DOAC's waarschuwen de fabrikanten al langer voorzichtig te zijn bij het combineren van DOAC's met P-gp en CYP3A4-inductoren of ontraden zij gelijktijdig gebruik.
Belang voor de praktijk
Vanaf heden ontraadt de G-Standaard het gelijktijdig gebruik van DOAC's met inductoren van P-gp en CYP3A4 vanwege de kans op therapiefalen. Dit geldt zowel bij nieuwe als bestaande gebruikers. Bij het voorschrijven en afleveren van een DOAC is extra aandacht nodig voor het gebruik van P-gp-inductoren, in het bijzonder voor Hypericum, dat ook in de vrije verkoop verkrijgbaar is.
Bronnen
Laatst gewijzigd op 2 maart 2015