Hoe moet de patiënt guanfacine innemen?
Guanfacine is alleen beschikbaar als tablet met gereguleerde afgifte voor oraal gebruik. Voor alle patiënten is de aanbevolen startdosering 1 mg. Het gebruik is eenmaal daags in de ochtend of avond. De voorschrijver kan de dosis verhogen met maximaal 1 mg per week. De patiënt moet guanfacine in zijn geheel doorslikken; hij mag de tablet niet breken of er op kauwen. Inname mag met of zonder voedsel. De patiënt mag guanfacine niet met een vetrijke maaltijd of met grapefruit innemen (SmPC, 2020).
Wat is het effect op het reactievermogen?
Guanfacine beïnvloedt het reactievermogen. De bijwerkingen, zoals slaperigheid en duizeligheid, nemen meestal af als de patiënt guanfacine langer gebruikt. Patiënten met deze bijwerkingen moeten activiteiten, zoals autorijden, fietsen, buitenspelen en machines bedienen, vermijden (SmPC, 2020).
Welke controles voorafgaand en tijdens de behandeling zijn nodig?
Behandelaars moeten voorafgaand aan en tijdens de behandeling met guanfacine de hartslag, bloeddruk, lengte, gewicht en BMI bepalen. Tijdens de behandeling blijft de behandelaar de cardiovasculaire status evalueren van de patiënt, vanwege kans op aritmie (QTc-verlenging) en vertraagde hartslag. Ook klachten van slaperigheid moet de voorschrijver blijven evalueren. De benodigde controles zijn vastgelegd in Additioneel risicominimalisatie materiaal (AMR, 2018).
Wat is het beleid bij afbouwen en stoppen?
Bij het staken van guanfacine kunnen ontwenningsverschijnselen, zoals hypertensie en tachycardie optreden. Patiënten die stoppen met guanfacine moeten daarom langzaam afbouwen (SmPC, 2020).
Incidenten met nieuwe geneesmiddelen? Meld deze bij Voorkomen Medicatie-Incidenten.