De patiënt moet langwerkend insuline subcutaan toedienen in de dij, bovenarm of buik. Variëren van het injectiegebied is belangrijk om de kans op lipodystrofie te verminderen (SmPC’s).
Wat zijn aandachtspunten bij insuline degludec?
Voor insuline degludec geldt een eenmaal daagse toediening, bij voorkeur elke dag op hetzelfde tijdstip. Volwassenen kunnen insuline degludec ook op een ander tijdstip van de dag toedienen, maar er moet minimaal 8 uur tussen de doses zitten (SmPC, 2021). Er zijn twee verschillende concentraties insuline degludec verkrijgbaar: 100 E/ml en 200 E/ml. De dosis moet niet omgerekend worden, want het venster toont het juiste aantal eenheden (CBG/Novo Nordisk, 2014).
Wat zijn aandachtspunten bij biosimilar insuline glargine 100 E/ml?
Voor biosimilar insuline glargine 100 E/ml geldt een eenmaal daagse toediening, bij voorkeur elke dag op hetzelfde tijdstip (SmPC, 2021). Volgens het CBG kunnen nieuwe patiënten zonder meer met een biosimilar starten. De zorgverlener moet ongecontroleerde uitwisseling tussen het originele geneesmiddel en de biosimilar echter vermijden. Bij uitwisseling tussen biologische geneesmiddelen moet de zorgverlener adequaat de klinische situatie monitoren en de patiënt duidelijke instructies geven. Een specifiek aandachtspunt is het verschil in pensysteem tussen het origineel en de biosimilar. De zorgverlener moet in het patiëntendossier het product en de batch van het biologische geneesmiddel vastleggen. Als er problemen ontstaan, zijn de biologische geneesmiddelen te traceren. Meer informatie vindt u in het standpunt van het CBG.
Ook de NDF heeft aandachtspunten opgesteld voor de overstap van/naar biosimilar insuline. Belangrijk zijn onder andere goede samenwerking tussen zorgverleners, goede afstemming met de patiënt en aandacht voor monitoring en evaluatie (NDF, 2018).
Wat zijn aandachtspunten bij insuline glargine 300 E/ml?
Voor insuline glargine 300 E/ml geldt een eenmaal daagse toediening, bij voorkeur elke dag op hetzelfde tijdstip. Patiënten kunnen insuline glargine 300 E/ml 3 uur voor tot 3 uur na het gebruikelijke tijdstip toedienen (SmPC, 2021). De fabrikant van insuline glargine 300 E/ml waarschuwt dat dit middel niet bio-equivalent is aan insuline glargine 100 E/ml. Bij omzetting van insuline glargine 100 E/ml naar 300 E/ml kan een dosisverhoging van 10 tot 18% nodig zijn om hetzelfde effect te behalen. Als de patiënt wisselt van insuline glargine 300 E/ml naar 100 E/ml moet de arts de dosering met ongeveer 20% verlagen om hypoglykemieën te voorkomen (CBG/Sanofi, 2019).
Insuline glargine 300 E/ml is verkrijgbaar in 450 eenheden per pen (Solostar®) of 900 eenheden per pen (Doublestar®). Solostar® is instelbaar vanaf 1 tot 80 eenheden per injectie en 1 eenheid per stap. Doublestar® is instelbaar vanaf 2 tot 160 eenheden per injectie en 2 eenheden per stap. Het venster van beide pennen toont het juiste aantal te injecteren eenheden, dus de patiënt hoeft niet om te rekenen (CBG/Sanofi, 2019). De fabrikant beveelt Doublestar® aan voor patiënten die meer dan 20 eenheden per keer injecteren (SmPC, 2020).
Incidenten met nieuwe geneesmiddelen? Meld deze bij Voorkomen Medicatie-Incidenten.