Column
Precision medicine - Juist!
Veel wetenschappers halen hun passie voor het werken aan nieuwe medicijnen uit de patientenverhalen. Hoe erger de kwaal, hoe harder ze vaak hun best doen om deze patient van een middel te voorzien dat het leven minimaal normaliseert, en uiteraard in het beste geval de aandoening geneest. Kanker en andere levensbedreigende ziektes spannen wat dit betreft de kroon. We kennen allemaal schrijnende gevallen uit onze directe omgeving. Dit is in ieder geval mijn persoonlijke drijfveer, maar iedereen is daarin uniek, en heeft zijn of haar eigen intrinsieke motivatie.
Precisie bombardementen
Elke patient is ook uniek, in gedrag en genetische samenstelling, en dit heeft effecten op de werking en bijwerkingen van een medicijn. Willen we de strijd winnen moeten we onze tactiek aanpassen. Waar veelal nog clusterbommen (zoals chemotherapie in het geval van kanker) toegediend worden, geeft de wetenschap actief richting aan een verschuiving naar precisie bombardementen, waardoor de nevenschade tot een minimum beperkt wordt. Hoe selectiever een medicijn kan aangrijpen op het doeleiwit – dat cruciaal is voor het controleren van de ziekte, hoe groter de kans dat de bijwerkingen acceptabel zullen zijn en het zich beter laat combineren met andere geneesmiddelen. Eén van de manieren om zo’n precisie bombardement uit te voeren, is het toepassen van een covalente bindingstechniek. Hierbij wordt een medicijn voorzien van ‘een chemische reactieve groep’. Die groep reageert met het doeleiwit, waardoor het medicijn vast komt te zitten en het de werking van dit eiwit permanent uitschakelt. Alleen door de aanmaak van nieuw eiwit kan de ziekte weer opleven. Bij medicijnen die niet covalent binden, moet het medicijn steeds voldoende aanwezig blijven in het bloed. Bij covalente binding hoeft dat niet om het medicijn goed te kunnen laten werken, en dat heeft diverse voordelen. Een prachtig recent voorbeeld is de toepassing van osimertinib tegen een specifieke gemuteerde vorm van longkanker. De techniek wordt momenteel vooral toegepast in de strijd tegen kanker, maar kan ook gebruikt worden bij andere ziektes. Andere manieren zijn het toepassen van selectieve monoklonale antilichamen, en het met transportmiddelen selectief ‘smokkelen’ van het medicijn naar het zieke weefsel, en afleveren als het paard van Troje (om maar in de oorlogsretoriek te blijven).
‘Collateral damage’
Het is cruciaal om het juiste medicijn, op het juiste moment, aan de juiste patient te kunnen geven. Bij deze ‘precision medicine’ benadering speelt verbeterde diagnostiek een sleutelrol, enerzijds om vroeger te kunnen interveniëren, en anderzijds om de slagingskans tot een effectievere behandeling – of zelfs genezing – te vergroten. Recente vooruitgang in genoom sequencing maken bijvoorbeeld hoog-informatieve ‘liquid biopsy’ bloedtesten mogelijk, om zo de beste therapie voor patienten met specifieke immuno-oncologische aandoeningen te bepalen.
De onbedoelde bijwerking van de precision medicine benadering die kan optreden is dat de resulterende kleinere doelgroep nog steeds bediend moet worden met betaalbare medicatie. Je zou kunnen zeggen dat het laaghangende fruit reeds lang geleden geoogst is. Immers, de kosten van medicijnenontwikkeling zijn nu eenmaal aanzienlijk en risicovol door het huidige regulatoire eisenpakket, en in principe onafhankelijk van de grootte van de patientenpopulatie! Ze zullen hoe dan ook terugverdiend moeten worden.
De grootste uitdaging is dus om de nieuwe innovatieve geneesmiddelen ook in 2025 betaalbaar te houden. Om dit te bereiken moeten we slimme innovaties blijven stimuleren en in hoogwaardige technologieën blijven investeren. Specifiek daar waar het om de immer kleiner wordende patientengroepen zal gaan, is wederom de bijdrage van de ‘precision medicine’ benadering cruciaal om zicht te houden op die betaalbare toekomst.
Tjeerd Barf is mede-oprichter van Acerta Pharma B.V., en momenteel hoofd Chemie. Hij is tevens consultant voor starters in de farma.
Laatst gewijzigd op 11 juli 2018