Nieuw onderzoek
Dabigatran en post-marketing meldingen van bloedingen
In een recente publicatie in de New England Journal of Medicine gaan auteurs van de Food and Drug Administration (FDA) in op het aantal meldingen van bloedingen bij gebruik van dabigatran. Het totaal aantal post-marketing meldingen was hoger dan vooraf werd verwacht en ook in vergelijking met warfarine was het aantal meldingen hoger. De auteurs beschrijven een aantal belangrijke factoren die bij kunnen dragen aan dit hogere aantal meldingen. Ze noemen daarbij onder andere het Weber-effect. Dit effect houdt in dat alleen al het feit dat een geneesmiddel nieuw in de markt is, zorgt dat er meer bijwerkingen worden gemeld en dat in de loop van de tijd de frequentie van gemelde bijwerkingen daalt. Dit effect kan verklaren waarom het aantal meldingen van bloedingen bij dabigatran (nieuw in de markt) hoger is dan voor warfarine (circa 60 jaar op de markt). Om na te gaan of dabigatran daadwerkelijk een hoger risico geeft op bloedingen dan warfarine hebben de onderzoekers gebruik gemaakt van de Mini-Sentinal database. Deze database biedt de mogelijkheid om in geselecteerde populaties een schatting te maken van het aantal gediagnosticeerde bloedingen en het geneesmiddelgebruik. De auteurs zochten in deze database naar nieuwe gebruikers van dabigatran of warfarine met een intracraniële of gastro-intestinale bloeding. Daaruit kwam naar voren dat de frequentie van bloedingen bij dabigatran niet hoger was dan bij warfarine. De methode kent een aantal beperkingen, waaronder de onmogelijkheid om gedetailleerde medische informatie in te zien en te corrigeren voor confounders. Om die reden voeren de onderzoekers nu twee geprotocolleerde onderzoeken uit waarbij ze naast de data uit de Mini-Sentinel database ook data uit andere databases betrekken. Vooralsnog concluderen de onderzoekers dat het hoge aantal met dabigatran geassocieerde bloedingen een markant voorbeeld is van gestimuleerde rapportage.
Laatst gewijzigd op 21 maart 2013