Medicijn

Indicatie

Baricitinib is geregistreerd voor de behandeling van volwassen patiënten met matig tot ernstig actieve RA, die onvoldoende reageren op of intolerant zijn voor één of meer DMARDs. Baricitinib is geregistreerd als monotherapie of in combinatie met methotrexaat (SmPC, 2020).

Baricitinib is ook geregistreerd voor de behandeling van matige tot ernstige atopische dermatitis bij volwassen patiënten die in aanmerking komen voor systemische therapie (SmPC, 2020). Deze tekst gaat alleen over de indicatie RA.

Effectiviteit

Het doel van de behandeling van RA is het verminderen van de ziekteactiviteit en de symptomen.

Wat is het effect op de ziekteactiviteit?

Baricitinib is effectief in het verminderen van de ziekteactiviteit. Dit wordt in klinische studies gemeten met het percentage patiënten dat de ACR20 behaalt. Het effect van baricitinib is mede afhankelijk van de achtergrondtherapie en de effectiviteit van een eerdere therapie:

  • Van de patiënten die onvoldoende reageren op methotrexaat en baricitinib hiermee combineren, bereikt 70% de ACR20. Bij placebo en adalimumab is dit respectievelijk 40% en 61%. Er is geen verschil tussen baricitinib en adalimumab (Assessment Report, 2018).
  • Van de patiënten die onvoldoende reageren op een conventionele DMARD bereikt 62% de ACR20 met baricitinib. Bij placebo is dit 39% (Assessment Report, 2018).
  • Van de patiënten die onvoldoende reageren op een biologisch geneesmiddel bereikt 55% de ACR20 met baricitinib. Bij placebo is dit 27% (Assessment Report, 2018).
  • Van de patiënten die nog niet eerder zijn behandeld voor RA bereikt 77% de ACR20 met baricitib. Bij methotrexaat is dit 62% (Assessment Report, 2018).
  • In de onderzochte populaties hadden gebruikers van baricitinib vaker een lage ziekteactiviteit (DAS28 ≤ 3,2) dan gebruikers van placebo of methotrexaat (Assessment Report, 2018).
  • Patiënten met baricitinib als aanvulling op methotrexaat, vertonen een lagere ziekteactiviteit (DAS28 ≤ 3,2) ten opzichte van adalimumab (Assessment Report, 2018). Het verschil is klein en het is de vraag of dit verschil klinisch relevant is.

De respons, gemeten met de ACR20, houdt minstens 2 jaar aan (Assessment Report, 2018).

Wat is het effect op de ziekteremissie?

Het effect op remissie wordt in klinische studies gemeten met de SDAI en CDAI. Remissie treedt op bij een SDAI ≤ 3,3 en CDAI ≤ 2,8. Behandeling met baricitinib leidt bij een significant hoger percentage patiënten tot remissie dan behandeling met placebo of methotrexaat:

  • Van de patiënten die onvoldoende reageren op DMARDs of hier nog niet eerder mee zijn behandeld bereikt een groter percentage na 12 en 24 weken remissie met baricitinib. Bij placebo of methotrexaat is dit percentage significant kleiner (Assessment Report, 2018).
  • Van de patiënten die onvoldoende reageren op biologische geneesmiddelen bereikt een groter deel na 24 weken remissie met baricitinib. Bij placebo is dit percentage significant kleiner. Patiënten met baricitinib komen na 12 weken even vaak in remissie als patiënten met een placebo (Assessment Report, 2018).
Wat is het effect op het dagelijks lichamelijk functioneren?

Baricitinib verbetert het lichamelijk functioneren van patiënten die onvoldoende reageren op DMARDs en TNF-alfa remmers, alleen of in combinatie met DMARDs na 12, 24 en 52 weken behandeling, vergeleken met methotrexaat en/of placebo (Assessment Report, 2018). Dit effect is klinisch relevant (een minimale verbetering van 10%) en statistisch significant.

Wat is het effect op de progressie van gewrichtsschade?

Baricitinib vermindert de progressie van gewrichtsschade in vergelijking met placebo. Dit effect begint in week 1 en houdt aan tot het einde van de studieperiode (52 weken). Er is geen verschil tussen baricitinib, methotrexaat en adalimumab (Assessment Report, 2018).

Veiligheid

Wat zijn belangrijke bijwerkingen?

De meest voorkomende bijwerkingen van baricitinib zijn verhoogd LDL-cholesterol (33,6%) en infecties van de bovenste luchtwegen (14,7%). Bijwerkingen die bij 1 tot 10% van de patiënten voorkomen, zijn misselijkheid en overige infecties (herpes zoster, herpes simplex, gastro-enteritis en urineweginfecties), trombocytose en verhoogd ALAT. Bij baricitinib treedt in tegenstelling tot bij biologische geneesmiddelen geen antilichaamvorming op (SmPC, 2020). Oudere patiënten (≥ 50 jaar) hebben mogelijk meer kans op bijwerkingen (Fleischmann, 2017).

Baricitinib is onderworpen aan aanvullende monitoring. Patiënten die baricitinib gebruiken, moeten de patiëntenwaarschuwingskaart ontvangen.Het CBG verzoekt patiënten en zorgverleners extra alert te zijn op bijwerkingen en deze te melden (SmPC, 2020).

Wat is de langetermijnveiligheid?

Er is nog weinig bekend over de langetermijnveiligheid van baricitinib. Mede hierdoor is baricitinib vooralsnog niet als aanvangsbehandeling bij RA geregistreerd (Assessment Report, 2018). Op basis van beschikbare data is vastgesteld dat patiënten geen extra veiligheidsrisico’s lopen bij minimaal 2 jaar behandeling (Smolen, 2016).

Wel zijn er zorgen over het risico op maligniteiten op de lange termijn. Het is onbekend of baricitinib het risico op maligniteiten verhoogt. Dit wordt onderzocht in langlopende studies.

Wat is het risico op trombose?

Baricitinib verhoogt het risico op diep veneuze trombose (DVT) en longembolie (LE). Voorschrijvers moeten risicofactoren voor DVT/LE zoals een hogere leeftijd, obesitas, een medische voorgeschiedenis met DVT/LE, chirurgie en immobilisatie meenemen bij de overweging om baricitinib voor te schrijven. Treden er klinische verschijnselen van DVT/LE op? Dan moet de voorschrijver de behandeling met baricitinib stopzetten (SmPC, 2020).

Wat is het risico op infecties?

Baricitinib verhoogt de kans op infecties. Het advies is om bij patiënten met chronische/recidiverende infecties de voordelen, nadelen en risico’s tegen elkaar af te wegen. Bij infecties moet de patiënt contact opnemen met de voorschrijver en in overleg het gebruik van baricitinib onderbreken (SmPC, 2020).

Wat is het effect op het LDL-cholesterol?

Baricitinib kan het LDL-cholesterol verhogen. Na 12 weken behandeling stijgt het LDL-cholesterol met ongeveer 0,21 mmol/l (Kremer, 2017). Uit een meta-analyse van Qiu et al. blijkt dat het LDL-cholesterol ongeveer 0,34 mmol/l stijgt na 6 tot 52 weken gebruik van baricitinib (Qiu, 2019). Daarom is het advies om 12 weken na aanvang van de behandeling het lipidenprofiel te controleren. De effecten op cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit zijn niet bekend (Assessment Report, 2018).

Wat zijn de belangrijkste contra-indicaties en interacties?

De combinatie van baricitinib met levende vaccins dient te worden vermeden (KNMP, 2021).

Gevallen van diverticulitis en gastro-intestinale perforatie zijn gemeld in samenhang met gebruik van baricitinib. Patiënten met een voorgeschiedenis van intestinale ulcera of diverticulitis moeten voorzichtig zijn met het gebruik van baricitinib, met name bij gelijktijdig chronisch gebruik van NSAID's, corticosteroïden en opioïden. Bij patiënten met nieuwe abdominale symptomen, zoals aanhoudende pijn met koorts,  moet de voorschrijver het gebruik direct evalueren (SmPC, 2020).

Patiënten mogen niet starten met baricitinib bij:

  • neutrofielenaantal < 1 x 109/l
  • lymfocytenaantal < 0,5 x 109/l
  • Hb-gehalte < 5 mmol/l
  • ernstige leverfunctiestoornis of leverschade (SmPC, 2020)
Wat is het advies bij een verminderde nierfunctie?

Bij patiënten met een verminderde nierfunctie is aanpassing van de dosering van baricitinib nodig. De normale dosering is eenmaal daags 4 mg. Bij een geschatte creatinineklaring van 30 tot 60 ml/min is de aanbevolen dosering eenmaal daags 2 mg. Bij een geschatte creatinineklaring < 30 ml/min is baricitinib gecontra-indiceerd (SmPC, 2020).

Wat is het advies bij zwangerschap en lactatie?

Vruchtbare vrouwen moeten adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste 1 week na de therapie. Vrouwen mogen baricitinib niet tijdens de zwangerschap en periode van borstvoeding gebruiken.

Richtlijnen

Baricitinib behoort tot de targeted synthetic DMARDs en is een alternatief voor patiënten die niet reageren op of intolerant zijn voor één of meer conventionele DMARDs (methotrexaat, leflunomide of sulfasalazine).

Welke plaats heeft baricitinib in de NVR richtlijn?

De NVR-richtlijn Reumatoïde artritis (2019) geeft aan dat na het falen van één of meer csDMARDs een biologische DMARD (TNF-alfa remmers, abatacept, rituximab, IL6-remmers of anakinra) of een JAK-remmer in aanmerking komt. Patiëntfactoren, bestaande ervaring en kosten bepalen de keuze van het middel (NVR, 2019).

Kosten en vergoeding

Wat zijn de kosten?

Baricitinib kost in een dosering van 4 mg per dag ongeveer € 11.200 per jaar. Ter vergelijking: adalimumab kost in een dosering van 40 mg per 2 weken ongeveer € 10.200 per jaar (FK, 2021).

Wilt u meer weten? Lees dan de uitgebreide informatie over kosten.

Wat zijn de vergoedingsvoorwaarden?

Baricitinib wordt alleen via ziekenhuizen verstrekt en vergoed als add-on-geneesmiddel.

Aandachtspunten bij gebruik

Baricitinib is alleen als tablet beschikbaar voor oraal gebruik. Patiënten kunnen baricitinib met of zonder voedsel elk moment van de dag innemen. De aanbevolen dosering is eenmaal per dag 4 mg (SmPC, 2020).

Oudere patiënten (≥ 50 jaar) hebben mogelijk meer kans op bijwerkingen. Bij patiënten van 75 jaar en ouder is het advies de dosering te halveren naar eenmaal daags 2 mg. Deze dosering kan ook geschikt zijn voor patiënten met een voorgeschiedenis van chronische of recidiverende infecties. Voorschrijvers kunnen overwegen de dosering te verlagen naar eenmaal daags 2 mg als patiënten langdurig (≥ 15 maanden) stabiele ziekteactiviteit bereiken met eenmaal daag 4 mg (SmPC, 2020).

Patiënten moeten baricitinib staken bij:

  • lymfocytenaantal < 0,5 x 109/l
  • neutrofielenaantal < 1 x 109/l
  • Hb-gehalte < 5,0 mmol/l (SmPC, 2020)


Incidenten met nieuwe geneesmiddelen? Meld deze bij Voorkomen Medicatie-Incidenten.

Werkingsmechanisme

Baricitinib is een immunosuppressivum. Het remt selectief en reversibel de werking van het enzym JAK1 en JAK2. Deze enzymen spelen een rol bij het ontstekingsproces bij RA. Door blokkade van dit enzym verminderen de ontsteking en andere symptomen van RA (Assessment Report, 2018).

Toekomstige ontwikkelingen

  • De langetermijnveiligheid van baricitinib wordt verder geëvalueerd in een fase-4 studie (Clinicaltrials.gov, 2021).
  • Er wordt in fase-2 en 3 studies onder andere onderzocht of baricitinib effectief is bij COVID-19, ernstige alopecia areata, juveniele idiopathische artritis en graft versus host disease (Clinicaltrials.gov, 2021).

Contact

Laatst gewijzigd op 19 april 2021

Gerelateerd aan Baricitinib (Olumiant®)

Themajournaal

Medicijnjournaal

Nieuw onderzoek

Poll

Deze site maakt gebruik van cookies

Wij gebruiken cookies om informatie over het gebruik van onze website te verzamelen om de inhoud te verbeteren. Door hieronder op “accepteren“ te klikken stem je in met het plaatsen en gebruik van al onze cookies. Voor meer informatie verwijzen wij je naar ons cookiebeleid.