Nieuw onderzoek
Nieuwe diabetes-middelen: 9% van de gebruikers, 67% van de kosten
In het kort
Het gebruik van nieuwe bloedglucoseverlagende middelen is de afgelopen twee jaar gestabiliseerd.
Het gebruik van nieuwe bloedglucoseverlagende middelen is de afgelopen twee jaar gestabiliseerd. Het gaat daarbij om de dipeptidylpeptidase-4-remmers (DPP-4-remmers), glucagon-like peptide 1-agonisten (GLP-1-agonisten) en natrium-glucose-cotransporter 2-remmers (SGLT-2-remmers). Deze middelen hebben geen plaats in het medicamenteuze stappenplan voor de behandeling van diabetes mellitus type 2 (DM2) volgens de NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2 (2013). Ongeveer 9% van alle gebruikers van bloedglucoseverlagende middelen (exclusief insuline), gebruikt een dergelijk nieuw middel. Van de totale kosten aan bloedglucoseverlagende middelen exclusief insuline gaat echter 67% naar deze middelen. De totale kosten aan bloedglucoseverlagende medicatie (exclusief insuline) zijn ruim €49 miljoen.
Gestabiliseerd
Tot 2013 was er een jaarlijkse stijging te zien in het gebruik van DPP-4-remmers en GLP-1-agonisten. In 2014 bleef het aantal gebruikers voor het eerst gelijk aan het jaar daarvoor. Ook in 2015 is het aantal gebruikers niet toegenomen. Binnen de verschillende groepen is er wel een lichte stijging te zien van het aantal gebruikers van de nieuwe groep nieuw middelen: de SGLT-2-remmers.
Afbeelding 1: Geneesmiddelkosten (x miljoen) van bloedglucoseverlagende middelen. Bron: SFK.
Bron
SFK. Geen groei in gebruik nieuwe diabetesmiddelen. 21 april 2016.
Laatst gewijzigd op 25 april 2016